Ik had afgelopen zaterdag het lumineuze idee om eens met het gezin D'Aguilar National Park te gaan verkennen. Het begon al slecht. De gps liet ons in de steek en we hadden ook geen kaart in de auto, dus probeerden we er op goed geluk naartoe te rijden, niet echt eenvoudig als je er nog nooit eerder bent geweest. Met een beetje hulp van een vrijwilliger aan Mt Cootha geraakten we toch bij het visitor centre van het park. We hadden er echter niet opgerekend hoe warm het wel zou zijn in het binnenland! Er was 30 graden voorspeld, maar bij ons in Cleveland stond er een lekker briesje en het binnenland bleek nog 5 graden warmer en windstil. De vrouw in het visitor centre verklaarde ons precies halfgek om in deze warmte te gaan wandelen en raadde aan om meteen door te rijden naar het hoogste punt van het park en daar te gaan wandelen in het regenwoud. We waren nogal uitgehongerd tegen die tijd, dus stopten eerst aan een uitkijkpunt om te picknicken. Zéér warm inderdaad! En van al die warmte had Erik zin gekregen in een frisse pint. Nu kwamen we wel een aantal dorpjes tegen, maar zoals gewoonlijk in Australië waren daar enkel cafés zonder bier! Een koffieke of thee kan je daar wel krijgen, maar iets alcoholisch, no way! Tot Eriks grote vreugde was er in het laatste mini-dorpje toch zowaar een 'licensed' restaurant en konden we allemaal iets fris drinken om er weer tegenaan te kunnen. De wandeling in het regenwoud was uiteindelijk heel plezant, het leek wel een reuzegrote speeltuin. De kinderen hadden plezier met aan de lianen te slingeren en een beetje later vond Erik een grote omgevallen boom die riep om beklommen te worden.
Nog eens zwaaien, en ze waren op weg
Erik was als eerste boven, ziet hem grijnzen
De kindjes klimmen ook omhoog
Yihaa!
No comments:
Post a Comment